Een Somali is een Abessijn met een halflangharig jasje, verder zijn ze min of meer gelijk. Volgens sommige eigenaren zijn Somali’s over het algemeen iets rustiger dan Abessijnen maar volgens anderen klopt dit niet en zijn er evengoed rustige Abessijnen en pittige Somali’s.
De abessijn:
De basis voor de Somali is de wildkleur Abessijn, één van de oudste kattenrassen. Men heeft lang gedacht dat dit ras in Afrika is ontstaan. Gemummificeerde katten die bij opgravingen in Gizeh gevonden zijn lijken erg op de huidige Abessijn. Ook is er het verhaal van mevrouw Barret Lennard die vanuit Abessinië (het huidige Ethiopië) in 1868 poes Zula meenam naar Engeland. Zula had de voor de Abessijn en Somali typerende ticking maar verder leek zij niet op de tegenwoordige Aby. Het is niet bekend of Zula ooit kittens heeft gehad. Vermoed werd ook dat Engelse zeelieden katten uit Abessinië importeerden en door kruisingen met inheemse Engelse katten de Abessijn is ontstaan.
Meer recent onderzoek door genetici heeft echter aangetoond dat dat de kust van de Indische Oceaan en gedeeltes van Zuid Oost Azië meer aannemelijk zijn als de oorsprong van de Abessijn. Zo bezit het Zoölogisch Museum in Leiden een opgezette Abessijn die rond 1833 is aangekocht. Deze lijkt erg veel op de hedendaagse Abessijn en draagt de titel: “Patrie, domestica India”.
Het ontstaan van de Somali:
Door experimentele kruisingen met langharige katten (o.a. Angora’s en langharige Perzen) begin twintigste eeuw sloop het gen voor lang haar het ras binnen. Het gen voor lang haar is echter recessief en toont zich pas wanneer zowel kater als poes dit bij zich dragen en het beiden overdragen aan het kitten. Langhaartjes die uit twee kortharig uitziende Abessijnen werden geboren werden lange tijd als ongewenst gezien. Er bestond nog geen DNA test die de aanwezigheid van het langhaargen bij een Abessijn vooraf kon vaststellen.
Abessijnfokster Evelyn Mague treft in 1967 een kater aan in een asiel die er uit ziet als een langharige Abessijn, hij heet George. George blijkt een nakomeling te zijn van haar eigen Abessijn kater Lynn-Lee’s Lord Dublin en Abessijn poes Lo-Mi-R’s Trill-by. Met deze combinatie fokt Evelyn vervolgens nog zes langharige kittens en noemt deze ‘Somali’ om de verwantschap met de Abessijn aan te bevestigen; Somalië is het buurland van voormalig Abessinië. Ze gaat zich inzetten voor de erkenning van de Somali. In 1972 richt zij de ‘Somali Cat Club of America’ (SCCA) op. In 1979 wordt de Somali erkend door de ‘Cat Fanciers Association’ (CFA), de grootste katten vereniging in Amerika. In 1979 zijn de eerste Somalis naar Nederland gehaald. Evelyn Mague is in 2015 overleden.
Uit onderzoek is gebleken dat alle Abessijn-lijnen waaruit Somali’s waren voortgekomen terug voerden naar de Abessijn kater Raby Chuffa of Selene, geboren op 04-04-1952 in Engeland. In 1953 verhuisde hij naar Amerika. De moeder van Raby was de poes Roverdale Purrkinns. Zij leek op een Abessijn maar was van onbekende komaf.
Abessijn variant:
Een Abessijn variant is een kruising tussen een kortharige Abessijn (2 x allel voor kort haar, dominant) en een langharige Somali (2 x allel voor langhaar, recessief). Het variant heeft van de ene ouder een dominant allel voor kort haar geërfd en van de andere ouder een recessief allel voor lang haar. Een variant toont hierdoor kort haar maar draagt verborgen het allel voor lang haar. Varianten zijn 100% rasechte Somaby’s. Ze worden ingezet om de genenpool van de Somali via de Abessijn te verbreden en om de Somali de raskenmerken van de Abessijn vast te laten houden.